In dit artikel:
Zorgverleners registreren gegevens van hun patiënten in hun eigen informatie systeem. Huisartsen registreren bijvoorbeeld in het Huisartsen Informatie Systeem (HIS) en informatie met betrekking tot chronische zorg wordt geregistreerd in een Keten Informatie Systeem (KIS), zoals cKIS. Omdat dit losstaande systemen zijn, moet een koppeling tot stand worden gebracht om gegevens uit te kunnen wisselen.
Via het Landelijk Schakelpunt (LSP) wordt een systeem geboden dat de continuïteit van gegevensuitwisseling in de ketenzorg waarborgt. Met toestemming van de patiënt kunnen zorgverleners medische gegevens van de patiënt beschikbaar stellen voor inzage door andere zorgverleners via het LSP. Na een succesvolle bevraging van het LSP kunnen zij de beschikbare medische gegevens van de patiënt inzien. Dankzij het LSP kan er betrouwbare gegevensuitwisseling plaatsvinden voor goede, veilige en snelle zorgverlening.
Middels het LSP is het dus mogelijk om direct gegevens tussen het HIS en cKIS uit te kunnen wisselen. Het gaat hierbij om patiëntinformatie die wordt gebruikt in de ketenzorg, bijvoorbeeld over chronische aandoeningen zoals diabetes type II, COPD, CVRM en Ouderenzorg. In dit document (Autorisatiematrix Ketenzorg) vindt u de details over welke gegevens verstuurd kunnen worden via het LSP.
Voordat u met het LSP kunt gaan werken, moeten er een aantal instellingen gedaan worden. In deze handleiding worden onder andere de stappen die u in uw praktijk dient te doen, verder toegelicht. Daarnaast vindt u in deze handleiding meer informatie over het werken met het LSP in uw patiëntenlijst en patiëntenkaarten.
LET OP: Leest u de informatie onder punt 1. 'Benodigdheden aansluiting LSP Ketenzorg' a.u.b. goed door. Hier worden verschillende zaken toegelicht die benodigd zijn alvorens uw praktijk aan kan sluiten op LSP Ketenzorg.
Deze handleiding bestaat uit de volgende onderdelen:
-
Aanmaken mandaattoken en POH’s en praktijkassistenten autoriseren voor het gebruik
-
Overzicht LSP patiënten
LSP modules
Abonnement tot
Abonnement signaal
LSP bevraging
Bijwerken abonnementen
1. Benodigdheden aansluiting LSP Ketenzorg
Leest u onderstaande informatie a.u.b. goed door, hier worden verschillende zaken toegelicht die benodigd zijn alvorens uw praktijk aan kan sluiten op LSP Ketenzorg.
1. Aanmelden via zorggroep
Wanneer uw praktijk over wil gaan op LSP Ketenzorg, dient u zich aan te melden bij uw zorggroep.
2. Juiste HIS
Er zijn op dit moment 3 HIS-leveranciers die LSP Ketenzorg aanbieden: MicroHIS, TetraHIS en OmniHIS. Uw praktijk moet gebruikmaken van één van deze HIS’en om over te kunnen stappen op LSP Ketenzorg.
NB. Wanneer meer HIS-leveranciers zich aansluiten op LSP Ketenzorg, zullen wij dat hier updaten. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw HIS-leverancier.
3. UZI-passen aanvragen en activeren
Een UZI-pas is een persoonsgebonden elektronisch paspoort waarmee zorgverleners zich kunnen identificeren. Middels deze UZI-pas kunnen patiëntgegevens inzichtelijk worden gemaakt voor de personen die daartoe zijn bevoegd. Er zijn drie soorten passen:
-
Zorgverlenerspas
-
Medewerkerspas op naam
-
Medewerkerspas niet op naam
Mogelijk dat u deze als huisarts nog voor de POH’s en/of praktijkassistentes in uw praktijk aan moet vragen. Dat kan hier.
Vervolgens moeten de UZI-passen geactiveerd worden. Een beschrijving van het activeren, kunt u hier vinden.
Voor meer informatie over de UZI-pas, verwijzen wij u naar deze pagina.
Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op met uw zorggroep.
4. Informatie aanleveren aan Caresharing
Ter voorbereiding op de conversie naar LSP Ketenzorg, dient u de URA van uw praktijk aan te leveren aan Caresharing.
5. ZORG-ID installeren
ZORG-ID is het authenticatieplatform in de zorg. Zorgverleners kunnen zich zo probleemloos identificeren en authentiseren met een UZI-pas (zie punt 3).
Zorg ervoor dat ZORG-ID is geïnstalleerd op uw werkstation. Is dit nog niet het geval? U kunt ZORG-ID hier downloaden.
Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op met uw zorggroep.
2. Praktijkinstellingen
De juiste instellingen om gebruik te kunnen maken van het LSP Ketenzorg dienen éénmalig voor uw praktijk te worden ingesteld. Zodra deze instellingen zijn gedaan, hoeven de praktijkinstellingen enkel nog te worden aangepast op het moment dat er iets wijzigt in de samenstelling van de praktijk.
LET OP: Alvorens u deze instellingen kunt doen, dient u het programma ‘Zorg-ID’ op uw werkstation te hebben geïnstalleerd. Dit programma zal automatisch geopend worden op het moment dat er vanuit cKIS ingelogd dient te worden met uw UZI-pas. Zorg-ID zal dan automatisch de UZI-pas uitlezen.
Stap 1. Open in uw cKIS menu de pagina ‘Kliniek instellingen’.
In de geopende pagina zal er een pop-up verschijnen waarin wordt gevraagd om het programma ‘Zorg-ID’ te openen.
Stap 2. Selecteer Zorg-ID en klik op ‘Koppeling openen’.
Zorg-ID zal automatisch geopend worden in uw scherm.
Stap 3. U dient nu uw UZI-pas in de kaartlezer te steken.
Stap 4. Voer hier uw beveiligingscode in en klik op ‘OK’.
Stap 5. Er wordt gevraagd toestemming te geven voor toegang tot uw identiteitskaart. Klik op ‘Ja’.
In de geopende pagina vindt u nu het onderdeel ‘LSP Praktijkinstellingen’, zoals hierboven staat weergegeven. Dit tabblad bestaat uit een aantal onderdelen die hieronder verder worden toegelicht.
UZI-pas gegevens
Hier worden de gegevens van de UZI-pas getoond die op dat moment in de kaartlezer zit.
Huisartsen
De huisartsen die werkzaam zijn binnen de praktijk, worden hier weergegeven. De UZI- en URA-gegevens kunnen per huisarts geregistreerd worden. Middels deze UZI- en URA-gegevens is het mogelijk om het LSP te mogen bevragen voor informatie uit het HIS.
Daarnaast is het voor de huisarts mogelijk om een mandaattoken aan te maken en de gebruikersgroep van praktijkondersteuners en praktijkassistenten te autoriseren voor het gebruik van dit token. Middels dit mandaattoken kunnen ook zij het LSP bevragen voor informatie uit het HIS. Meer hierover, leest u in hoofdstuk twee: Aanmaken mandaattoken en POH’s en praktijkassistenten autoriseren voor het gebruik.
Verlopen mandaattokens
Dit onderdeel geeft de eerdere mandaattokens weer die niet meer geldig zijn. De geldigheid van het token is gelijk aan de geldigheid van de UZI-pas van de zorgverlener.
Praktijkondersteuners
De praktijkondersteuners die werkzaam zijn in de praktijk staan hier weergegeven. Die UZI- en URA-gegevens dienen hier geregistreerd te worden.
Praktijkassistenten
Hier worden de praktijkassistenten die werkzaam zijn in de praktijk weergegeven. Ook voor hen dienen hier de UZI- en URA-gegevens geregistreerd te worden wanneer zij het LSP willen gaan bevragen.
Kortom, er moeten twee stappen genomen worden om ervoor te zorgen dat iedereen in de praktijk gebruik kan maken van de koppeling met het LSP:
-
UZI- en URA-gegevens dienen voor elke zorgprofessional in de praktijk geregistreerd te worden.
-
Aanmaken mandaattoken en POH’s en praktijkassistenten autoriseren voor het gebruik.
3. Aanmaken mandaattoken en POH’s en praktijkassistenten autoriseren voor het gebruik
Om het LSP te kunnen bevragen middels de conditionele query is een mandaattoken nodig. Deze kan de huisarts aanmaken bij de ‘LSP Praktijkinstellingen’. Om de POH’s en praktijkassistenten in de praktijk ook de mogelijkheid te geven het LSP te bevragen, moet de huisarts de POH’s en praktijkassistenten autoriseren voor het gebruik van dit token. Op het moment dat het mandaattoken is verlopen, dienen onderstaande stappen opnieuw doorlopen te worden.
Stap 1. Open de LSP Praktijkinstellingen.
Stap 2. Klik op ‘Update mandaattoken’ om het mandaattoken aan te maken en eventueel POH’s en/of praktijkassistenten te autoriseren voor het gebruik van het token.
Stap 3. U kunt middels de vinkjes aangeven welke groep u wilt autoriseren voor het gebruik van het mandaattoken: POH’s en/of praktijkassistenten.
NB. Alle POH’s / praktijkassistenten uit de praktijk waarvoor UZI- en URA-gegevens zijn geregistreerd, zullen hierbij geautoriseerd worden voor het gebruik van het mandaattoken.
Stap 4. Klik op ‘Maak mandaattoken aan’.
Stap 5. Er zal een pop-up in uw scherm verschijnen waarin staat aangegeven dat het mandaattoken is aangemaakt. Klik op ‘OK’.
NB.
-
Op het moment dat er nieuwe POH / praktijkassistente werkzaam is in de praktijk, zal deze automatisch onderdeel uitmaken van de groep van POH’s / praktijkassistenten. Wanneer deze groep al is geautoriseerd voor het gebruik van het mandaattoken, hoeven bovenstaande stappen niet nogmaals doorlopen te worden. Wel moeten voor deze nieuwe gebruiker de UZI- en URA-gegevens geregistreerd worden.
-
U kunt op dezelfde wijze een mandaattoken verwijderen. Klik hiervoor bij stap ‘2’ op ‘Verwijder mandaattoken’.
4. Patiënten includeren
Wanneer alle bovenstaande praktijkinstellingen zijn gedaan, kan uw praktijk gebruik gaan maken van LSP Ketenzorg! Hiervoor is het belangrijk dat er een aantal stappen in uw HIS worden genomen. Per HIS is er een kaart gemaakt met alle benodigde informatie, welke u hier kunt vinden.
In de basis komt het op het volgende neer:
1. Opt-in
Ten eerste moet er aan de patiënt toestemming gevraagd worden. Deze toestemming wordt via de opt-in in het HIS geregistreerd op het LSP.
2. Inclusie / verwijzing
Binnen het LSP moet het duidelijk zijn voor welke module er informatie uitgewisseld mag worden. Hiervoor moet de patiënt verwezen worden voor één of meerdere modules, dit staat aangegeven in het inclusiebericht.
Op basis van dit bericht mag Caresharing het HIS bevragen voor een bepaalde module. Dit zijn modules als DM, CVRM, COPD, Astma of Ouderenzorg.
3. Inschrijftoken en signaal abonnement aanmaken via de abonnement functie
Op basis van het inschrijftoken en signaal abonnement kan er in het KIS altijd de meest actuele informatie worden opgehaald uit het HIS.
5. Overzicht LSP patiënten
In onderstaande informatie wordt onder andere gesproken over de volgende twee termen:
-
Inschrijftoken: Het feit dat een inschrijftoken voor de desbetreffende patiënt wordt aangemaakt in het HIS. Het inschrijftoken garandeert dat een patiënt d.m.v. een gevalideerd BSN is ingeschreven bij een bepaalde zorgaanbieder en wordt behandeld door een specifieke medewerker van de praktijk.
-
Abonnement: Het feit dat een abonnement wordt afgesloten. Dit houdt in dat bij een signaal vanuit het HIS dat nieuwe data beschikbaar zijn, deze gegevens ook bij het HIS worden opgehaald en geactualiseerd in cKIS.
De geldigheid van het inschrijftoken is gelijk aan de geldigheid van de UZI-pas van de gebruiker die het inschrijftoken heeft aangemaakt OF 365 dagen. Dit is afhankelijk welke van beide opties als eerste afloopt. Het abonnement volgt hierin de geldigheid van het inschrijftoken.
Wanneer u in uw beginscherm klikt op het tabblad ‘LSP patiënten’, ziet u een overzicht van alle patiënten waarvoor via het LSP een inclusie voor tenminste één module is ontvangen. Indien de patiënt vervolgens geëxcludeerd is voor desbetreffende module, zal deze nog wel als zijnde LSP patiënt zichtbaar blijven in dit overzicht.
LSP modules
Hier staan alle modules weergegeven waarvoor de patiënt voor LSP Ketenzorg is geïncludeerd.
Abonnement tot
Dit is de datum waarop het abonnement voor de patiënt verloopt.
Abonnement signaal
Hier wordt de datum weergegeven waarop het laatste signaal is ontvangen vanuit het HIS dat nieuwe data beschikbaar zijn.
LSP bevraging
Dit is de datum waarop de laatste LSP bevraging heeft plaatsgevonden, inclusief een terugkoppeling of deze bevraging al dan niet succesvol was.
Er wordt een driehoekje met uitroepteken weergegeven op het moment dat een bevraging niet is gelukt.
In het overzicht worden de patiënten waarvoor het abonnement een probleem vormt of zal gaan vormen als eerste getoond. De kleur van de kolom toont aan wat het probleem is.
Bijwerken abonnementen
Via de knop ‘Bijwerken abonnementen’ kunt u voor alle patiënten de abonnementen bijwerken. De term ‘abonnementen’ betreft hier een verzamelnaam voor zowel het abonnement als het inschrijftoken.
Stap 1. Klik op ‘Bijwerken abonnementen’.
Er zal nu een overzicht getoond worden van het aantal patiënten zonder abonnement, het aantal patiënten met een verlopen abonnement en het aantal patiënten dat binnen drie maanden zal verlopen.
Stap 2. Klik op ‘Bijwerken’ om de abonnementen voor deze patiënten te updaten.
Wanneer dit is gebeurd, zult u in uw lijst met LSP patiënten zien dat de abonnementen zijn geüpdatet en bijgewerkt.
6. Patiëntenkaart
In het overzicht van de patiënt vindt u onder het kopje ‘HIS’ de specifieke gegevens van de LSP verwijzing vanuit het HIS.
Vanuit de patiëntenkaart kan de status van de LSP koppeling ingezien worden in de monitor rechts in het scherm. Ook wordt daar getoond wanneer de laatste opvraag heeft plaatsgevonden en is het mogelijk vanuit daar data terug naar het HIS te sturen via het LSP.
Wanneer vanuit het HIS een signaal is ontvangen dat nieuwe data beschikbaar zijn, dan wordt deze data gedurende de nacht vanuit het HIS in cKIS gezet. Indien een signaal is ontvangen en de patiëntenkaart in cKIS wordt geopend vóórdat deze nachtelijke batch plaatsvindt, wordt de data alsnog automatisch opgehaald bij het openen van de patiëntenkaart. Dit gebeurt voor de rol van de huisarts en de rollen die door de huisarts geautoriseerd zijn voor het gebruik van het mandaattoken.
Bevraag LSP
Wanneer u klikt op ‘Bevraag LSP’ wordt het LSP bevraagd om nieuwe data. Op het moment dat nieuwe data zijn binnengekomen, ziet u dit aan de monitor rechtsonder in uw scherm.
NB. Er zal altijd een signaal ontvangen worden wanneer er nieuwe data opgehaald kan worden vanuit het HIS, in principe zal deze knop dus niet gebruikt hoeven te worden.
LSP abonnement
De knop ‘LSP abonnement’ kan gebruikt worden om voor deze specifieke patiënt het abonnement te vernieuwen of verwijderen. Dit kunt u aangeven in de pop-up die automatisch zal openen in uw scherm.
7. Filteren in 'LSP patiënten' overzicht
Om ervoor te zorgen dat de praktijk alle patienten volledig kan includeren via het LSP, hebben we in het overzicht 'LSP patienten' een aantal filters toegevoegd waarmee eenvoudig een aantal patiëntengroepen zijn te selecteren. Binnen de filters worden ook de aantallen genoemd van het patiënten dat voldoet aan de filter. Afhankelijk van het filter dat gebruikt wordt zijn er acties nodig om de LSP-koppeling voor de betreffende patiënten volledig operationeel te krijgen. Hieronder staan de filters en noodzakelijke acties beschreven.
De filters zijn de volgende:
1. Foutmelding laatste LSP bevraging
Alle patiënten waarvoor de laatste LSP bevraging heeft geresulteerd in een foutmelding. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom de bevraging is mislukt. Dit moet worden uitgezocht door het GBZ beheer van Caresharing. Neem hiervoor contact op met de support van Caresharing.
2. cKIS & LSP modules ongelijk
Voordat het LSP volledig werkt moet de patient voor elke module die bij hem actief is een LSP inclusie hebben gehad. Dit filter toont patienten waarbij er een verschil is tussen de actieve modules in cKIS en de ontvangen inclusies vanuit het LSP. Bij de patienten op dit overzicht kunt u drie dingen doen:
1. Controleren of alle "Bulk inclusie bestanden" voor de praktijk reeds zijn verwerkt. Voor de 'Bulk inclusie bestanden', zie hoofdstuk 9.
2. De module in cKIS deactiveren waarvoor er geen LSP inclusie is verzonden. Dit is alleen mogelijk wanneer de patienten onterecht in deze module zit.
3. Vanuit het HIS een LSP-inclusie versturen voor de actieve module waarvoor de inclusie nog mist.
3. LSP patiënten zonder LSP modules
Alle patiënten zonder actieve LSP modules worden getoond. Belangrijk is om na te gaan welke actie voor deze patiënten nodig is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de patiënt uit cKIS verwijderd moet worden, of dat er vanuit het HIS nog een inclusie plaats dient te vinden.
4. LSP patiënten zonder abonnement
Alle patiënten zonder abonnement worden getoond. Wanneer dit filter wordt gebruikt, worden alle patiënten getoond waarvoor nog geen abonnement is aangemaakt of voor wie het abonnement is verlopen. De abonnementen kunnen (opnieuw) worden aangevraagd door te klikken op "Bijwerken abonnementen", rechtsboven in beeld.
5. Ongeldige combinatie van modules
Alle patiënten waarvoor de actieve module in cKIS een ongeldige combinatie heeft met de module in de inclusie. De modules CVRM en Diabetes mogen niet tegelijk actief zijn en de modules Astma en COPD mogen niet tegelijk actief zijn. Het is belangrijk dat wordt nagegaan welke module actief dient te blijven en welke gedeactiveerd dient te worden.
8. Exporteren LSP patiëntenlijst
Onder de Exporteer-knop in de LSP Patiëntenlijst is het mogelijk drie typen bestanden te downloaden.
Hieronder vindt u een afbeelding van de te downloaden exportbestanden.
Bij de Bulk inclusiebestanden en Uitvallijsten wordt er gekeken naar de programmatische zorg populatie. Deze lijsten kijken naar alle ICPC codes die ooit voor de patiënt zijn ontvangen vanuit het HIS.
Bulk inclusiebestanden.
Deze bestanden tonen alle actieve patiënten die:
-
geen actieve LSP koppeling hebben
-
wel een geldige ICPC code in cKIS hebben
Deze lijst bevat patiënten met een geldige BSN, contextcode en ICPC code. Deze bestanden zijn per module te downloaden: Astma, COPD, CVRM, Diabetes en Ouderenzorg.
Ze kunnen ook worden gebruikt worden om de bulk inclusie vanuit het HIS te realiseren.
Een patiënt is actief als
- de desbetreffende module geactiveerd is in cKIS
- de module status voor desbetreffende module 'actief' is
- de patiënt een actieve patiëntenstatus heeft
- er een BSN bekend is
De geldige ICPC codes zijn:
DM: T90.02
Ouderenzorg: A49.01, A05
COPD/Astma: R96, R96.01, R96.02, R95
CVRM: K49.01, K86, K87, T93, T93.01, T93.02, T93.03, K74, K74.01, K74.02, K75, K76, K76.01, K76.02, K89, K90.02, K90.03, K91, K92.01, K99.01
Het format van het .csv bestand is overeenkomstig met de LSP ketenzorg specificatie. Dit ziet er als volgt uit: BSN;context code;ICPC
Als voorbeeld:
123456789;KZDI;T90.02
987654321;KZCV;K75
123456789;KZCV;K90.02
Uitvallijsten
Deze bestanden tonen alle patiënten die:
-
geen actieve LSP koppeling hebben
-
geen geldige ICPC code in cKIS hebben
Het bevat patiënten met een geldig BSN en contextcode. Deze bestanden zijn per module te downloaden: Astma, COPD, CVRM, Diabetes en Ouderenzorg
Dit zijn patiënten waarvoor in cKIS een inclusie verwacht worden, maar waarvoor geen inclusie ICPC bekend is in cKIS. Ze kunnen gebruikt worden om de patiënten in het HIS te controleren, waarna een handmatige inclusie gedaan kan worden.
Totaalbestand
Dit bestand toon alle patiënten met een actieve LSP koppeling. Het bevat patiënten met Patient ID, BSN en de status van de LSP verbinding. De waardes van de verbinding kunnen als volgt zijn:
-
Inactief
-
Actief inclusief medicatie
-
Actief exclusief medicatie
Dit bestand kan gebruikt worden om te controleren waar eventuele problemen zitten.